Omni-versen
Hoofdstuk 8
De Heilige Vallei
Onderweg van Hart tot Hart

De afdaling

1. Is je verlangen gewekt, bereid je dan goed voor. Breng het gebied in kaart en kies je route. Begin bij het begin en sla niets over. Probeer niet meteen satori te bereiken. Ga langzaam en stap voor stap.

2. Voel bij elke stap je voetzolen in contact met de grond. Beoefen het voelend gewaarzijn. Door stevig te zijn geworteld in de aarde, reik je naar de Hemel. Het lichaam blijkt het voertuig van de Geest te zijn.

3. Je bent op tweevoudige wijze deel van het Geheel. Met je geest in de Grote Geest en met je lichaam in de aarde. Je steeds opnieuw afstemmen is waar het op aankomt.

4. Elke stap is een meditatie. Plotseling besef je het. Je bent getuige van je lichaam, in verbondenheid met zijn omgeving. Het Onnoembare en het universum zijn twee parallelle werkelijkheden in Eén. De natuur: het "lichaam van God".

5. Ben je samen op pad, bedenk dan dat mensen je alleen vanuit hun eigen perspectief zien. Leven zij in beelden, voorstellingen, overtuigingen, conclusies en oordelen, dan ben jij daar een verlengstuk van.

6. Het lijden: verlies van contakt met de werkelijkheid, afgesneden-zijn van je diepste Zelf en je omgeving. Het is niet gemakkelijk toe te geven: je bent in feite een stuurloos schip in de oceaan van het leven.

7. Alleen door eerlijk zelfonderzoek, het openstaan voor jouw werkelijkheid zoals die is, het voelen van de pijn van vervreemding - het op jezelf teruggeworpen zijn - wordt het verlangen naar heelwording gewekt.

8. Aandacht is je meerwaarde. Alles wat in aandacht is opgenomen, krijgt extra glans. Hoe teer zijn deze weidebloemen, hoe fris is het mos tussen de rotsen, en die bomen daar, wat staan ze er toch prachtig bij.

9. Er zijn drie soorten van innerlijke vrede. Dat Wat Is voordat jij was, een die ontstaat door onvoorwaardelijke acceptatie en een die je je eigen maakt. De eerste is bovennatuurlijk, de tweede natuurlijk en de derde kunstmatig.

10. Hoe eenvoudig is het te zien, dat je je probleem niet bent. Als je je ogen dicht doet, zie je je problemen immers voor je. Wat een ontdekking: ik ben hier en mijn problemen zijn daar. Innerlijke vrijheid is een fluitje van een cent.

11. Hebben is het onvermogen tot Zijn. Uit angst voor de innerlijke Leegte klamp je je eraan vast, dusdanig, dat het duizendvoudig wordt versterkt. Het „hebben als bestaanswijze" is het grootste obstakel bij het ingaan van het Koninkrijk.

12. Streef naar Verlichting, herstructureer je leven en dien de ander. De drieëenheid van bewustwording, persoonlijke groei en zelfverloochening zijn de keerzijden van dezelfde medaille. Het een niet zonder het ander.

13. Het leven is geen zoektocht, het is geen object, het is groter dan jezelf. Dat wat je zoekt is van eeuwigheid Alomtegenwoordig. Je ben Er In ingebed zonder het te weten. Wanneer de zoeker een vinder wordt, gaat er een Wereld voor je open.

14. Het kwade: dat wat afgesplitst een eigen leven leidt. Besef je echter deel van het Geheel te zijn, gedraag je er dan ook naar. „Bezinning" alleen is maar al te vaak een uitvlucht. Doortrekt het verlangen naar eenwording immers niet je hele leven?

15. De spirituele Weg: het herstel van de eenheid met het Uiteindelijke, de aarde en de mensengemeenschap en het opruimen - door liefde, aanvaarding of strijd - van alles wat daarbij in de weg staat.

16. Je „negativiteit" zijn die dingen die ooit waren buitengesloten. Door ze alsnog bewust op te nemen, te doorleven en aldus te integreren werk je aan je heelwording. De vrijgemaakte energie komt dan het geheel ten goede.

17. Laat je niet op sleeptouw nemen door wat er in je omgaat - het bekende „volgen van gedachten" - maar blijf waar je bent. Door met je blik rustig en onbeweeglijk voor je uit te „staren", maakt het Moment de diepte van gedachten vrij.

18. Word je jeZelf, dan is er tegelijkertijd verbondenheid met alles om je heen. JeZelf blijkt de Essentie van het bestaan - de bomen, het gras, de wolken en de wind - te zijn. Verbondenheid is daarom het criterium voor ware Zelfwording.

19. Als je doet wat nodig is, zit je altijd op het juiste spoor. Laat jeZelf dus niet afleiden door jezelf. Het universum heeft die plekken voor je opengelaten, die alleen door jou ingevuld kunnen worden. Zo groeit alles naar grotere heelheid.

20. Voor eenheid is afstemming nodig. Alleen wanneer je op dezelfde golflengte zit, klikt het met elkaar. Het is niet genoeg dat hij het "heeft", maar jij moet het ook hebben. Om in Het op te gaan, verlangt het Goddelijke dat je aan Het gelijk wordt.

21. Voel ik het contakt van mijn achterste met de stoel, dan komt de stoel in het verlengde van mijn lichaam te liggen. Wat een vreugde de stoel te kunnen begroeten als deel van mijzelf. Was het daarvoor nog een object, nu streel ik de stoel, zo dierbaar dat deze mij is.

22. De persoonlijkheid bestaat uit concentrisch opgebouwde lagen. De buitenkant is grof, het innerlijk subtiel. Vandaar dat mensen doorgaans met je buitenkant resoneren, kinderen en dieren je middenlaag beroeren, terwijl bloemen en planten je innerlijk verstillen.

23. De meest bijzondere momenten zijn die, wanneer alles van je afvalt. Niets herinnert je dan nog aan jezelf, je zorgen, problemen en je werk. Hetgeen in schril contrast staat met je pogingen het geluk naar je toe te halen.

24. Eenheid in verscheidenheid. Om twee in balans te brengen heb je een derde nodig die deze overstijgt. Verscheidenheid zonder eenheid leidt naar verval en degeneratie. Is de eenheid er, dan wordt de verscheidenheid je lust en je leven..

25. Het leed van anderen exploiteren om er zelf beter van te worden: twee van die slijmerds op de TV - het „spirituele" type - proberen de heilige uit te hangen. Nee, dan liever de onverbloemd egoisten, zij veinzen tenminste niets.

26. Propageren van harmonie zonder deze te zijn, verdoezelt de tegenstellingen, die dan niet meer overstegen worden. In plaats van evolutie is stagnatie ingetreden. Terwijl naar buiten toe mooi weer gespeeld wordt, hoopt de rottigheid zich van binnen verder op.

27. Je hoort de naklank nog in je oren: „iedereen heeft toch zijn eigen waarheid?" Gespleten mensen met hun opgesplitste waarheid, ziedaar de versnippering van vandaag. De Moeder moet Zich wel erg eenzaam voelen, één groot ver van Haar bed show. Niet vreemd dus, dat Het af en toe eens iemand stevig pakt.

28. De ware meester doet helemaal niets. Met welke vraag, probleem of kwestie je ook komt, steeds zal hij zeggen: „goed, uitstekend, prima, ga zo door". Hij weet dat de dingen ruimte nodig hebben om zich uit te werken. Vandaar dat hij er alleen aan toevoegt: „hou van jezelf, accepteer alles onvoorwaardelijk en wordt een beetje meer bewust".

De diepte

29. Verlichting is niet persoonlijk, het is de Zijnstoestand van het universum. Degene die er aanspraak op maakt, als zijnde Iets van zichzelf, maakt zich in de ogen van het Goddelijke oneindig belachelijk. De deelgenoten van het Uiteindelijke zijn niet speciaal, zij zijn universeel.

30. De Leegte kun je niet bereiken; je kunt je er alleen maar in laten vallen. Hoe gelukkig zijn zij die op de bodem van het bestaan leven. Hoe meer je reeds "gevallen" bent, des te dichter ben je bij Haar Bodemloosheid. Hier gaat in vervulling, dat "de laatsten de eersten zullen zijn".

31. Plotseling en onverwachts loste ik op in het Licht, de goddelijke Substantie, het draagvlak van het universum. De triomf is onuitsprekelijk. Al wat was, Is en zal komen is samengevallen in het Ene. Je bent het Al dat het universum overstijgt.

32. In een fractie van een seconde ben je ingeschakeld in het Onnoembare. Het gevangen zijn in het Eeuwige is vrijheid van het tijdelijke, opheffing van de beperking van wie je dacht te zijn. Wat een onuitsprekelijk Geschenk. O, dat ik toch altijd Uw slaaf moge zijn...

33. Bij elk opgaan verliest het Licht meer substantie. Het verliest ZichZelf in het Niets. Uiteindelijk is er alleen nog maar de Transparantie. Wanneer Het teruggetreden is, is alles opnieuw zoals het is. Niets heiligs, niets buitengewoons.

34. De directe Werkelijkheid is het Ene, onmiddellijke Alomtegenwoordige. Het omvat het hele bestaan, terwijl Het door de verschijnselen niet beroerd wordt. Alles is Er in, terwijl Het er tegelijkertijd buitenstaat.

35. In de Toestand is er alleen maar Bewustzijn - het Lichtlichaam van de Moeder -  hetgeen samenvalt met onuitsprekelijke liefde, schoonheid en vreugde. Er is alleen maar Dat. Het paradijs hoef je niet te zoeken, het is in alle eeuwigheid je Ware Natuur.

36. Niets Is. De Bodemloze Grond baart zonder Haar toedoen in het diepste van Haar Afgrond het Zijn dat in hetzelfde Eeuwige Moment erin terugkeert. Het Zijn is het relatief Absolute. Het Goddelijke bestaat, maar is niet de Laatste Werkelijkheid.

37. In Essentie ben Jij niet van deze wereld, de wereld is in Jou. Het is binnen in plaats van buiten. Je omarmt de wereld als een moeder haar kind. Daarom is alles - zonder onderscheid - Je even dierbaar. Ben je Niets, ben je alles.

38. Wij zijn in Wezen gelijk. Ik ken jou beter dan jij jeZelf kent. Ken je jeZelf dan ken je Mij. Er zijn dus niet veel woorden nodig als je tot Waarheid gekomen bent. Het maakt dan niet zo uit wat je denkt. Denken is immers denken, je oppervlakte, het betrekkelijke dat voorbijgaat.

39. Ben je deel van het Geheel, dan ken je je afkomst. Je bent hier niet voor jezelf, maar voor alles en iedereen. Je leven is een opdracht, een roeping geworden. Leven in Waarheid en dat met anderen delen, dat is het ware leven.

40. Tijd is een kenmerk van een vernauwd bewustzijn. Immers, je blik is te beperkt om een wijds panorama in één oogopslag te overzien. Dat moet in brokken gaan, dus gaat er tijd overheen. Een verruimd bewustzijn ziet daarentegen alles ineens, in een fractie van een seconde, tijdeloos.

41. Alleen als je weet te sterven, word je opnieuw geboren. Je bent in dit leven al talloze malen gestorven. Je vorige levens zijn alle in het Hier en Nu. Je bent niet dit of dat, maar alles in alle Eeuwigheid.

42. Sterven gaat vanzelf. Wat maakt iedereen zich daar toch druk over. Weerstand bieden is natuurlijk niet verstandig. Als het proces eenmaal aan het afrollen is, beland je vanzelf in de tijdeloosheid. Natuurlijk kun je je leven nog wel even (razendsnel) voor je kiezen krijgen. Maar verder is het zo gepiept.

43. Iedereen zonder uitzondering wordt tijdens zijn sterven Verlicht. Je levenswandel doet er helemaal niets toe. Zelfs Adolf Hitler, Stalin en Pol Pot zijn „in de hemel". Dat is de werkelijkheid van „God is Liefde". Deze is immers onvoorwaardelijk en allesomvattend.

44. Niet het sterven, maar het leven moet geleerd worden. We zijn er immers van afgesneden. Het contaktverlies met de werkelijkheid, ziedaar het existentiële lijden van de mens. Je hebt het Leven de rug toegekeerd en bent voor jezelf begonnen. Dat leek een tijd heel avontuurlijk. Totdat je er Achter komt.

De terugkomst

45. Alles zie je nu als voor de eerste keer. Elke stap is er een van verwondering. Hoe nieuw, fris en oorspronkelijk is de wereld. Alle zwaarte, alle belemmeringen zijn van je afgevallen. De bomen, de struiken en het gras, zij komen direct tot je. Er zit niets meer tussen jou en je omgeving.

46. Je loopt niet uit jezelf, maar in Het. De Werkelijkheid is een fluidum, waar je in opgenomen bent. Alles gaat volmaakt natuurlijk en spontaan. Je bent door vreugde bewogen: een onzichtbare, uiterst subtiele liefdetrilling, een inzinnige verrukking waar je deel van uitmaakt.

47. Nu je in het Dal geweest bent, is er Weten. Het Onkenbare heeft Zich aan jou geopenbaard. Je ziet de dingen zoals zij zijn. Niets staat op zichzelf, is een entiteit of heeft een eigen identiteit. De wereld is één samenhangend geheel, gedragen door het Niets.

48. In deze wanhopige tijd dient spiritualiteit het versterken van de identiteit in plaats van het opgeven ervan. In de grote afbraak jezelf overeind blijven houden, daar gaat het je om. Pas als alle pogingen mislukken, je uitgeput en opgebrand bent, kom je tot je Zelf.

49. De wereld bestaat uit onwetenden, gelovigen, esoterici en Verlichten. De eersten leven in onschuld, vereenzelvigd met wat ze niet zijn, de tweeden klampen zich uit bestaansangst vast aan een redder, de derden hebben zich de waarheid toegeeigend als zijnde van zichzelf, terwijl de laatsten Zijn in Niet-Zijn.

50. Strijdbaarheid, dat is wat we missen. Weten waarvoor je staat en staan voor wat je weet. Het gaat immers om Zijn of niet-Zijn. Leven op het scherp van de snede, alsof je elk moment kunt sterven. De welstand heeft ons echter lui en zelfgenoegzaam gemaakt.

51. Het leven is geen proces. Je gaat niet van hier naar daar. Noch is het leven een leerproces, noch kom je terug in een volgend leven. „Oorzaak en gevolg" is veel te simpel, en...je bent je karma niet. Je bent zelfs niet degene, die je denkt te zijn.

52. Ik omarm alles en iedereen, alles is in Mij. Ook de mensen die Mij negeren. Door zo te doen, sluiten zij zichZelf echter buiten. De poort staat wijd open en zij zien het niet. Zij vragen slechts naar de bekende weg, waardoor zij hopeloos verdwalen.

53. Soms word je teruggeroepen in Haar Werkelijkheid. Als je ervoor openstaat, besef je dat er voortdurend aan je getrokken wordt. Haar ingrijpen in het menselijk bestaan zet je leven op zijn kop. Ik Ben het levende bewijs.

54. De bekroning van Verlichting is het gewone leven. Schijnt de zon prima, regent het, even goed. De onvoorwaardelijke aanvaarding van het leven zoals het is, en niet zoals jij het wil, is de koninklijke Weg.

55. Al die mensen, die te midden van de overvloed vechten voor hun overleven. De absurditeit ten top. Nee, dan die Japanse heilige, die werk verrichtte uit dankbaarheid voor wat hij voortdurend mocht ontvangen.

56. Ik mis de impuls „om het Goddelijke naar buiten te brengen". Het Niets is Zelf niet actief. Het is de kat in mij, die ogenschijnlijk weggedoezeld, maar o zo alert is op elk gering geluid. Het wachtwoord is jouw vraag naar de Werkelijkheid.

57. Je „slechte" eigenschappen afkeuren, bijvoorbeeld behagen en je behoefte aan erkenning, niet doen dus. Als je ze opdraagt aan het Uiteindelijke staan ze in functie van. Sinds mijn wedergeboorte behaag ik alleen nog Haar en strijd ik voor Haar erkenning.

58. Spiritualiteit verbindt waar religie scheidt. Het eerste is de gemeenschappelijke existentiële context, het inclusieve, het tweede de vereenzelviging met een exclusieve leer, dogma of heiland. Niet verwonderlijk dus, dat religie altijd de bron van strijd en conflict is geweest.

59. Het probleem is niet, dat Jezus Zoon van God is, of Mohammed Zijn profeet. Het is de exclusieve claim, dat zij de „enige" respectievelijk de „laatste" zouden zijn. De Werkelijkheid is echter één doorlopende openbaring aan vele mannen en vrouwen door de eeuwen heen.

60. Ik ben onbekommerd. Het maakt mij niet uit hoe ik mij elke dag weer voel. Of ik wel in aandacht ben? Ik sta mijzelf zelfs toe dat ik Mij verlies in mijn gedachten. Dan ben ik er dus maar even niet. Nou, en wat dan nog. Ik voeg aan het leven namelijk niets meer toe. Het is goed zoals het is.

61. Wij Hollanders zijn een mercantiel volkje. Clever-zijn is ons met de paplepel ingegoten. Daarom weet iedereen het altijd beter. Vol van jezelf, is er geen ruimte voor de Waarheid meer. Terwijl iedereen over „het spirituele" praat, is de geestelijke armoede nog nooit zo groot geweest.

62. Fit voor productie: reguliere geneeskunde neemt lastige symptomen weg, de alternatieven vijzelen je op, geven je je energie terug, psychotherapie maakt je stressbestendig en brengt je weer „terug in de maatschappij". Genezing waartoe?

63. De creatieve antwoorden komen uit je meerwaarde, het Zelf, dat wat aan gene zijde is van je geconditioneerde brein. De ingang is het voelend contakt met je lichaam. Vandaar dat je beste ingevingen altijd ontstaan tijdens het strijken, de afwas doen of het wieden in de tuin.

64. Was je er zelf al opgekomen? Er zijn twee levenshoudingen: het invoegen van het onbekende in het bekende en andersom, het overgeven van het bekende aan het Onbekende. De eerste is de wereldlijke, de tweede de spirituele mens.

65. Liefde is een striptease voor de Waarheid. Je ontdoet je voortdurend van je schillen, zodat je in je naakte Zelf komt. De goddelijke Vonk is in een ieder, immanent en identiek. Jij bent mij, ik ben jou. Liefde is het vieren van de eenheid die er al is.

66. Groei, bestendigheid en afbraak, ziedaar het dynamisch evenwicht van het universum. De logica is: hoe meer je ophoopt, des te vernietigender de afbraak zal zijn. Vroeger noemde men dit de „straf van God". Welke naam je er ook aan geeft, de verwachte catastrofe zal er niet minder om zijn.

67. Meer van hetzelfde: je stikt in je eigen ophopingen. Het sprankelend nieuwe ontstaat daarentegen door teruggaan naar de Bron. De oude waarschuwing der Semitische profeten is daarom uiterst actueel: „bekeert U, want Gods oordeel is nabij".

68. Iedereen kan zijn toevlucht nemen tot de Grote Moeder. Je bent er immers al deel van. Het is de gemeenschappelijke noemer - ongeacht je overtuiging, filosofie of religie - die alles verbindt. Ik noem het De Oorspronkelijke Traditie. Het is de eenheid in de verscheidenheid.

69. Sommige leraren zijn karikaturen van hun leer. Zij brengen een absolute scheiding aan tussen Verlichting en de wereld, en dus tussen zichzelf en hun volgelingen. Deze „meesters" lopen in hun eigen val: verachting en verveling vanwege zoveel domheid om zich heen.

70. Of zij beweren, dat de wereld een illusie is. Wat een onwetendheid, misvatting, niet-acceptatie, levensangst en contaktneurose zitten daar wel niet achter. Het lijden is nu juist, dat we afgesneden zijn van alles.

71. Het wordt tijd dat we zien waar onze werkelijke opdracht ligt: het opnieuw geworteld raken in onsZelf, de natuur en de mensengemeenschap. Geen verre idealen, maar het Hier en Nu dichtbij huis. Solidariteit met onze eigen buren, de straat, de wijk en de gemeente waar wij wonen. Onszelf een basis verschaffen, daar gaat het om.

72. We hebben de staat en de gemeenschap altijd door elkaar gehaald. Door ons met de staat te vereenzelvigen hadden we niet door, dat onze gemeenschap voor onze ogen werd afgebroken. Niet het staatsbestel, maar gemeenschapsvorming, het levende netwerk van mensen is de eerste zorg van een gezonde samenleving.

73. De massa en het genie vormen een dynamisch evenwicht. De een kan niet zonder de ander. Terwijl de massa spreidt, verdeelt en verbruikt, bereiden unieke enkelingen - de nieuwe geestelijke adel - een hogere trap in evolutie voor.

74. Alles is gegeven, er is niets wat niet gegeven is. Of heb je soms je eigen hart, ogen of nieren gemaakt? Is er iets op deze wereld, dat je kunt claimen als zijnde van jezelf? Niets behoort tot iemand, alles behoort tot het Geheel. De waarheid is eenvoudig, maar o zo moeilijk te erkennen.

75. Voel jezelf in contact met je omgeving. Dan komen de bomen, de struiken, de bloemen en het gras in jouw ruimte te liggen. Er is geen verschil meer tussen jezelf en de bomen. Alles is deel van de Ene Moederlijke Godnatuur. Vreugde, vreugde, vreugde.

76. JeZelf zijn in verbondenheid. Ziedaar de magische formule voor de nieuwe cultuur. Om te kunnen dienen moet je jeZelf in het middelpunt plaatsen. Als je het beste in je boven laat komen, besef je je verantwoordelijkheid.

77. Er is maar één „God" en er zijn vele profeten. Hoe deze laatsten te onderscheiden? Ga met hem1 in zee, die je tot jeZelf brengt, helder inzicht geeft, het beste in je oproept, niets afwijst, je wijst op wat nodig is, die je niets belooft en verder zelf niet iemand hoeft te zijn.

1 Haar

 

TERUG

© 1999 Copyright by Han M. Stiekema.
The Great Learning/Levensschool Gratis Zelfstudie Leerpakket is uitsluitend voor persoonlijk gebruik. Het mag niet worden aangewend voor geldelijk gewin, commerciële doeleinden, uitgaven of publicaties. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaargemaakt door middel van druk, download, opslag, fotocopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Last update:07/23/05

1.
Erkentelijkheid

2.
Opdracht

3.
Contemplatie

4.
Eenwording

5.
Uitnodiging

6.
Hemel op
aarde

7.
Leven Zoals
Het Is

8.
De Heilige Vallei

9.
Dankbaarheid