Omni-versen |
||
2. 3. 4. 5. 9.
|
1. Ik, de Grote Moeder, het Vacuum, de Kosmische Baarmoeder, de Onpeilbare Diepte van het universum, in het diepste Omslagpunt van Niet-doen, zeg je: al het zichtbare komt uit Mij voort, zonder dat Ik dat actief bewerkstellig. Alles komt uit Mij ondanks Mijzelf en keert tot Mij terug: zowel het Goddelijke, het Licht, het Zijn alsook de bloemen, de planten, het gras, de bomen, de rotsen, de rivieren, de wolken en de zeeën zijn een uitdrukking van Mijn niet-activiteit. Ook de mensen, geheel op dezelfde manier. Zij zijn in tweeërlei zin Mijn Evenbeeld. Evenals al het andere zijn zij met hun geest in Mijn Geest en met hun lichaam in Mijn lichaam. Het universum is Mijn mystieke lichaam", het is de voortdurende viering van Mijn Alomtegenwoordigheid. Het zichtbare is de lichamelijkheid van het Onzichtbare, het tijdelijke is de incarnatie van de Eeuwigheid. Vereer, dien, ervaar en verwerkelijk Mij daarom op tweevoudige wijze. Luister nu naar Mijn woordvoerder:
|
|
2. |
||
3. en als ik nu al lopende besef helder, licht en voetig de lijster zingend in mijn ruimte dan weet ik dat dit de hemel op aarde is |
||
4. |
||
5. en als ik nu niet meer weet wat binnen is of buiten vol-ledige transparantie mij totaal bezit zodat ik alles zie zoals het is |
||
6. |
||
7. even stribbbel ik nog tegen de hand die mij gereikt is moet ik die nu naar hen uitsteken zonder duwtje in de rug zal het niet gaan |
||
8. |
||
9. welnu mijn opdracht is je te leren over Hemel en aarde als jouw Thuis het Goddelijke in Haar lichamelijkheid is het mysterie van het leven |
||
10. |
||
11. raak ze aan de bladeren en de struiken voel het koele water van de beek verruim je blik als je naar de hemel kijkt lichaam van God" fluistert Het van binnen |
||
12. |
||
13. wanneer nu je stappen overgaan in treden gelukzaligheid en eerbied voor het gras bezit van je genomen heeft verbuig je dan en pleng je tranen op de aarde |
||
14. |
||
15. het is een ontmoeting der Essenties want als jij er Achter komt ben je het gras wezenlijk gelijk zonder onderscheid vervolg je nu je weg |
||
16. |
||
17. niet jij loopt maar Het loopt jou nu verder ongemerkt is uit je voortbewegen het oergebaar ontstaan zie, alles is gesmeerd in goddelijke Olie |
||
18. |
||
19. geniet je van Haar sappig vlees als je in de appel bijt en baad je in Haar heilzaam vocht bij het zwemmen in het meer |
||
20. |
||
21. zie de kleuren, de geuren en die vormen alles biedt zich aan als jouw geliefde ontelbare kusjes worden aan je uitgedeeld hoe inniglijk een voor een en onuitsprekelijk |
||
22. |
||
23. eindeloos sta je nu en onbeweeglijk het Onuitsprekelijke is in je neergedaald opgetild en uit je voegen sprakeloos Een met wat je niet kunt zeggen |
||
24. |
||
© 1999 Copyright by Han M. Stiekema. |